Bert Baas
Godfried Bomans was in mijn jonge jaren één van mijn favoriete schrijvers. Zijn absurdistische stijl, zijn taalkundige vondsten en de voortdurende vete met Harry Mulisch, dat sprak mij wel aan. Mulisch en zijn tamelijk elitaire vriendenkring (waartoe ook Hein Donner behoorde) beschouwden Bomans als een literaire zonderling met de nadruk op het laatste. Wat Donner zelf van hem vond, weet ik niet.
Minder bekend is het feit dat Bomans een verdienstelijk schaakspeler was van een behoorlijke sterkte. Bij mijn weten heeft hij altijd gespeeld in Haarlem, bij de schaakclub Bloemendaal. En dus gaat een aantal van zijn verhalen vanzelfsprekend over onderwerpen uit de schaakwereld. Wat mij vooral is bijgebleven is zijn weergave van het spelen onder het communistisch regiem in de voormalige Sovjet-Unie. Dit herinner ik mij:
In de Griekse mythologie is Pegasus geen hondje, laat staan twee, maar wel het machtige en gevleugelde witte paard van oppergod Zeus en de drager van diens bliksemschichten. Een belangrijke taak! Onze tegenstanders kwamen echter niet te paard door de lucht uit Griekenland maar met de auto over de weg uit Zwolle. En ze probeerden het natuurlijk met donder en bliksem, maar ze kwamen – jammer voor hen – niet verder dan één krakende donderslag op bord 2, een beetje vaag gerommel op 1, 3 en 4 en zwak weerlicht in de verre verte op 5 en 6. Dat heeft Zeus wel eens anders gepresteerd. Het onweer trok als volgt over ons heen:
1-0 – De opening en ik zijn geen uitgesproken vrienden. We verdragen elkaar, meer ook niet. Ik moet het niet van de opening hebben net zo min als Magnus Carlsen. Op schaakgebied is er nog een gemeenschappelijke eigenschap, we hebben allebei een rating. En daarmee houdt het wel op.....
Maar je kunt niet om de opening heen, sterker nog, je moet er mee beginnen. Dus kan het gebeuren dat na een handvol zetten het onaangename gevoel begint te komen dat er iets aan het fundament ontbreekt. Terwijl even later ook nog het dak gaat lekken. En moet je opeens met gekunstelde zetten proberen de gaten te dichten. Soms lukt dat maar meestal niet en dondert het hele bouwwerk met veel geraas in elkaar, in stilte weliswaar want het blijft wel schaken. Na het optrekken van de stofwolken probeer je verdwaasd een lichtpuntje in de puinhoop te ontdekken, of twee. En als je daar niet in slaagt, betekent dat het schudden van hoofd en hand. Je eigen hoofd vol ongeloof en andermans hand aan de overkant van het bord. Het overkwam vanavond de tegenstander van Henk. De puinhoop was volledig nadat Henk de dame won tegen een toren. Het zoeken naar een lichtpuntje duurde een paar lusteloze zetten zonder resultaat. Dus handen geschud.
1-1 – Op de 13e zet miste ik een kansrijke voortzetting. Wat ik deed was niet slecht maar gaf de tegenstander ook kansjes. En ik zag echt wel dat Db2 de pion op g2 dekte, samen met Kg1. En konden de zwarte Dg5 en Pf4 niets doen. Ik moest inslaan met Lc3 op g7 met een gedwongen afwikkeling en licht voordeel. Dat zag ik echt allemaal wel... Maar eerst even Kg1 uit de penning halen want er stond ook nog een zwarte loper naar pion h3 te kijken. Dus Kh2 en dan Lxg7. Kortom, ik verwisselde beide zetten en na Kh2 kwam de donderslag bij heldere hemel met Tc8xc3. Overbelasting van de dame. Ik dacht nog even een kwaliteit te winnen met Dxc3 maar werd uit die droom geholpen door Dxg2#. Een beetje mat, dacht ik ook nog. Maar dat bestaat niet, net zo min als een beetje zwanger. Het is ja of neen. Zeus keek goedkeurend toe.
1½-1½ – Frie speelde tegen een jongeman van een jaar of 18 die zijn verdedigende zaakjes goed voor elkaar leek te hebben. Volgens hem, die jongeman, is het evenwicht niet beslissend verstoord geweest en kon hij na een grootscheepse ruil in het resterende dame eindspel via eeuwig schaak de remise binnenhalen.
2-2 – Op het bord van Adriaan ontstond een pionnen eindspel waarvan ik dacht dat Adriaan op zeker moment via tempodwang binnen kon komen met de koning. Hij dacht zelf van niet en zoals het ging, werd de deur inderdaad dicht gehouden. Ik ben niet overtuigd maar ja, ik heb er eerder naast gezeten, vanavond.
3-2 – Weer op voorsprong, door Frans: 4 uit 4 nu! Met een dichtgeschoven pionnenketen duurde het heel lang voordat iets geslagen werd. Ieder een pion. Plus de mogelijkheid door Frans gecreëerd om met behulp van een penning een pion te winnen. Daarna ging het snel, een paard kon met schaak infiltreren op f6 ondersteund door Tf1. Dat blies de hele koningsstelling op. Uit!
3½-2½ – Lex, met zwart, kwam heel gedrukt te staan en kon zich daarna op schijnbaar riskante wijze bevrijden. En pakte tussen neus en lippen een pion mee. Beide koningen kwamen op de tocht zonder een directe beslissing. En pakt nog een pion mee. Twee tellen na de winst van Frans bood Lex zijn piekerende tegenstander heel listig remise aan, hetgeen meteen werd geaccepteerd. Tot lichte ontstemming van een paar Zwolse teamgenoten. "Teambelang boven alles", volgens Lex en zo is het. Net als het eerste team afgelopen zaterdag via Tim Lammens tegen Zhaoqin Peng.
Minder bekend is het feit dat Bomans een verdienstelijk schaakspeler was van een behoorlijke sterkte. Bij mijn weten heeft hij altijd gespeeld in Haarlem, bij de schaakclub Bloemendaal. En dus gaat een aantal van zijn verhalen vanzelfsprekend over onderwerpen uit de schaakwereld. Wat mij vooral is bijgebleven is zijn weergave van het spelen onder het communistisch regiem in de voormalige Sovjet-Unie. Dit herinner ik mij:
"Echt ontspannen spelen was er niet bij. Toen wereldkampioen Smyslov in zijn partij tegen Reshevsky een forse blunder beging, probeerde hij dat frivool fluitend te maskeren. Tevergeefs, de volkscommissaris achter in de zaal had het gezien en hup, zijn oudste broer naar de mijnen in Siberië. Weliswaar kreeg hij hem er via de korte rokade weer uit maar het geeft zijn spel iets verkrampts. Vooral als u weet dat hij zes broers en zeven zussen heeft".Het volgende rijmpje wordt ook aan Godfried Bomans toegeschreven:
Ik zit mij voor het vensterglasOp 8 februari 2017 kwam in de 5e ronde Pegasus 2 op bezoek en we hebben ons voor het vensterglas (kan er ook achter geweest zijn) niet onnoemlijk verveeld. We zijn dan ook meer dan twee hondjes en we hebben zeker samen gespeeld. Dat wil zeggen gezamenlijk, naast elkaar, niet met elkaar in een zandbak of zo. Wij met 6 uit 3 favoriet tegen 2 uit 3 voor hen, zij twee keer gelijkgespeeld. Dat zorgt onbewust voor onderschatting, de menselijke natuur, daar doe je niets aan. We kwamen met de schrik vrij, het was niet zo erg als in Hattem, maar toch...
onnoemlijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.
In de Griekse mythologie is Pegasus geen hondje, laat staan twee, maar wel het machtige en gevleugelde witte paard van oppergod Zeus en de drager van diens bliksemschichten. Een belangrijke taak! Onze tegenstanders kwamen echter niet te paard door de lucht uit Griekenland maar met de auto over de weg uit Zwolle. En ze probeerden het natuurlijk met donder en bliksem, maar ze kwamen – jammer voor hen – niet verder dan één krakende donderslag op bord 2, een beetje vaag gerommel op 1, 3 en 4 en zwak weerlicht in de verre verte op 5 en 6. Dat heeft Zeus wel eens anders gepresteerd. Het onweer trok als volgt over ons heen:
1-0 – De opening en ik zijn geen uitgesproken vrienden. We verdragen elkaar, meer ook niet. Ik moet het niet van de opening hebben net zo min als Magnus Carlsen. Op schaakgebied is er nog een gemeenschappelijke eigenschap, we hebben allebei een rating. En daarmee houdt het wel op.....
Maar je kunt niet om de opening heen, sterker nog, je moet er mee beginnen. Dus kan het gebeuren dat na een handvol zetten het onaangename gevoel begint te komen dat er iets aan het fundament ontbreekt. Terwijl even later ook nog het dak gaat lekken. En moet je opeens met gekunstelde zetten proberen de gaten te dichten. Soms lukt dat maar meestal niet en dondert het hele bouwwerk met veel geraas in elkaar, in stilte weliswaar want het blijft wel schaken. Na het optrekken van de stofwolken probeer je verdwaasd een lichtpuntje in de puinhoop te ontdekken, of twee. En als je daar niet in slaagt, betekent dat het schudden van hoofd en hand. Je eigen hoofd vol ongeloof en andermans hand aan de overkant van het bord. Het overkwam vanavond de tegenstander van Henk. De puinhoop was volledig nadat Henk de dame won tegen een toren. Het zoeken naar een lichtpuntje duurde een paar lusteloze zetten zonder resultaat. Dus handen geschud.
1-1 – Op de 13e zet miste ik een kansrijke voortzetting. Wat ik deed was niet slecht maar gaf de tegenstander ook kansjes. En ik zag echt wel dat Db2 de pion op g2 dekte, samen met Kg1. En konden de zwarte Dg5 en Pf4 niets doen. Ik moest inslaan met Lc3 op g7 met een gedwongen afwikkeling en licht voordeel. Dat zag ik echt allemaal wel... Maar eerst even Kg1 uit de penning halen want er stond ook nog een zwarte loper naar pion h3 te kijken. Dus Kh2 en dan Lxg7. Kortom, ik verwisselde beide zetten en na Kh2 kwam de donderslag bij heldere hemel met Tc8xc3. Overbelasting van de dame. Ik dacht nog even een kwaliteit te winnen met Dxc3 maar werd uit die droom geholpen door Dxg2#. Een beetje mat, dacht ik ook nog. Maar dat bestaat niet, net zo min als een beetje zwanger. Het is ja of neen. Zeus keek goedkeurend toe.
1½-1½ – Frie speelde tegen een jongeman van een jaar of 18 die zijn verdedigende zaakjes goed voor elkaar leek te hebben. Volgens hem, die jongeman, is het evenwicht niet beslissend verstoord geweest en kon hij na een grootscheepse ruil in het resterende dame eindspel via eeuwig schaak de remise binnenhalen.
2-2 – Op het bord van Adriaan ontstond een pionnen eindspel waarvan ik dacht dat Adriaan op zeker moment via tempodwang binnen kon komen met de koning. Hij dacht zelf van niet en zoals het ging, werd de deur inderdaad dicht gehouden. Ik ben niet overtuigd maar ja, ik heb er eerder naast gezeten, vanavond.
3-2 – Weer op voorsprong, door Frans: 4 uit 4 nu! Met een dichtgeschoven pionnenketen duurde het heel lang voordat iets geslagen werd. Ieder een pion. Plus de mogelijkheid door Frans gecreëerd om met behulp van een penning een pion te winnen. Daarna ging het snel, een paard kon met schaak infiltreren op f6 ondersteund door Tf1. Dat blies de hele koningsstelling op. Uit!
3½-2½ – Lex, met zwart, kwam heel gedrukt te staan en kon zich daarna op schijnbaar riskante wijze bevrijden. En pakte tussen neus en lippen een pion mee. Beide koningen kwamen op de tocht zonder een directe beslissing. En pakt nog een pion mee. Twee tellen na de winst van Frans bood Lex zijn piekerende tegenstander heel listig remise aan, hetgeen meteen werd geaccepteerd. Tot lichte ontstemming van een paar Zwolse teamgenoten. "Teambelang boven alles", volgens Lex en zo is het. Net als het eerste team afgelopen zaterdag via Tim Lammens tegen Zhaoqin Peng.
1. Frie van Belle - Antal van Ravensteijn ½-½ 2. Bert Baas - Leo Stortelder 0-1 3. Lex Cornelisse - Peter de Reuver ½-½ 4. Adriaan den Hertog - Fred Wagter ½-½ 5. Henk Pruijssers - Gerard van Bussel 1-0 6. Frans van Dijk - Henk Schreurs 1-0En zo blijven wij, Schaakstad 4, er goed voor staan zonder verliespunten. De Zeven Pionnen 2 versloeg D en Z/O&O 3 en heeft er twee (van ons verloren) en vier voor het team uit Hattem. Mocht VSG 3 (onze volgende tegenstander) winnen van Lelystad 1, dan blijft dat team ook op twee verliespunten (verlies tegen D en Z/O&O 3).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten